Op mijn bureau ligt een boek en de EO Visie van komende week. Op de cover van Visie prijkt onze tweede auteur met een Armeense achternaam, Gor Khatchikyan, schrijver van het boek
Gelukzoeker. (Tweede, ja, want ook de bekende Amerikaanse auteur Stormie Omartian heeft - via haar man - een Armeense achternaam.) Bij de coverafbeelding van Visie staat: "Vluchteling Gor Khatchikyan: 'Ik kom geluk brengen'."
Het boek dat er naast ligt, is een 'gouwe ouwe':
Op zoek naar waarachtig geluk, van Jan van Gijs, een van de eerste boeken van Gideon ooit.
Jan van Gijs en Gor Khatchikyan, gelukzoekers. Maar ook mensen die het geluk gevonden hebben. En die weten, juist omdat ze het 'waarachtige' geluk gevonden hebben - het kennen van de levende God - dat ze gelukbrengers mogen zijn.
Vandaag is het al weer een week geleden dat de westerse wereld opnieuw werd opgeschrikt door terreur. Het lijkt en voelt alsof het gisteren was, zo dicteert het nog ons denken. Opgeschrikt dus. Onverwacht. Hoewel we de dreiging kenden, drong het geweld opeens onze veilige wereld binnen. Het geluk werd geroofd, door mensen die ook het geluk zoeken, maar in andere idealen dan de onze. (Ja, ook kansloze, geradicaliseerde islamitische jongeren zoeken een vorm van geluk, en hen is verteld dat ze dat bereiken door zichzelf en anderen op te blazen.) Onvermijdelijk koppelen veel mensen en media de aanslagen in Parijs aan de stroom gelukzoekers die vanuit Syrië en Irak onze kant opkomt. En veel mensen slaat de angst om het hart. Waar komt die angst vandaan? Is het misschien omdat we bang zijn dat óók ons geluk geroofd zal worden? Omdat geweld het kan roven? Omdat we het met te veel moeten gaan delen, misschien?
'Waar je schat is, zal ook je hart zijn,' zegt Jezus. En... 'verzamel schatten in de hemel, waar ze onaantastbaar zijn voor welke vorm van bederf of verderf dan ook'. Waarachtig geluk is niet gelegen in de fijne dingen van het leven hier op aarde; waarachtig geluk is het kennen van de levende God. Wij die dát geluk gratis hebben ontvangen, hebben slechts één roeping: geef het gratis weg. Er komen duizenden gelukzoekers op ons af, die de levende God niet kennen. En wij mogen gelukbrengers zijn. Uitdelers van Gods goedheid, in de wetenschap dat Hij Jahweh Jireh is, de Heer die voorziet. Het geluk dat wij ontvangen hebben, zal vermeerderen, als we ervan gaan uitdelen.